- _
Tijdschrift Relatierecht en Praktijk Wet VPS
en uit mijn eerdere bijdrage (REP augustus 2017) ook nog dit:
“Eigendomsrechten” van de pensioenaanspraak
Welke, niét in de evaluatie vermelde problematiek speelt bij de nadelen van de huidige vereveningshoofdregel ook een rol betreffende de eigendom van het pensioen recht?
In het Tilburgse onderzoek van 2006 wordt al opgemerkt dat wijzigingen in de pensioenregeling die na scheiding en verevening plaats vinden, gewoon gevolgen hebben voor de vereveningsgerechtigde. Dat geldt ook bij het bijvoorbeeld beschikbare premiesysteem, waarbij de beleggingsmix door de “werknemer” vereveningsplichtige wordt gewijzigd. Dit heeft gevolgen voor de “ex” partner. Echter, vanwege de eigendomsrechten is de werknemer de enige die daarover beslist. Ik acht dat ongewenst, ingeval van conversie is dit probleem direct van de baan.
Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld de beslissing om het pensioen later in te laten gaan. Dit kan de werknemer bepalen (met instemming van de uitvoerder/afhankelijk van de geldende regels of reglementen) en is niet aan de medewerking van de “ex” partner gebonden. Deze vereveningsgerechtigde heeft derhalve telkens het nakijken, indien er met het pensioen keuzes door de “werknemer” worden gemaakt.
Ik acht ook dit een wezenlijk punt van verbetering dat door “conversie als hoofdregel” wordt bereikt! Voor de overige naar mijn mening wezenlijke argumenten vóór verwijs ik naar de opsomming in het Tilburgs onderzoek.
Vanzelfsprekend zal met het oog op eventuele gezondheidsrisico’s de instemming door de uitvoerder moeten kunnen worden onthouden. Die ruimte kan echter tot deze meer specifieke risico’s worden beperkt."